Dat of wat? Wanneer schrijf je dat en wanneer wat?

Het woord dat wordt in de schrijftaal gebruikt bij verwijzingen die terugslaan op iets bepaalds. Je kunt verwijzen naar een zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. Voorbeeldzin: Dit is het boek dat ik zo mooi vind.

Voor een onbepaalde verwijzing wordt doorgaans wat gebruikt. Je gebruikt meestal wat als het woord volgt op een onbepaald woord (iets, niets, het enige, datgene) of een bijvoeglijk naamwoord dat zelfstandig wordt gebruikt (het mooie, het leukste, het bijzondere) of als het woord verwijst naar een rangtelwoord (het eerste). Bij deze laatste kunt u ook dat gebruiken. Ook gebruiken we wat als we er een onbepaald woord voor kunnen denken. Voorbeeldzin: Zij veranderde het plan, wat we goed vonden.

Dat wat u belangrijk vindt, moet foutloos geschreven zijn. Nederlands Taalbureau zorgt hiervoor.