't Kofschip. De regels van 't kofschip op een rij.

't Kofschip (met als varianten 't fokschaap of kofschiptaxietje) is een ezelsbrug om te bepalen hoe de onvoltooid verleden tijd en het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden volgens de Nederlandse spelling geschreven moeten worden. 

Gebruik bij voorkeur de ezelsbrug ‘kofschiptaxietje’, zodat ook werkwoorden op ‘x’ en ‘j’ (faxen, mixen, roetsjen) meegenomen worden.

Alleen als een stam (het volle werkwoord zonder en) van een zwak werkwoord* eindigt op een van de medeklinkers uit 't kofschip (met ch één medeklinker), eindigt het voltooid deelwoord op een -t en de onvoltooid verleden tijd op -te(n). Zo niet, dan is de uitgang van het voltooid deelwoord -d en die van de onvoltooid verleden tijd -de(n).

        *De vervoeging van zwakke werkwoorden wordt in het algemeen gekenmerkt door een achtervoegsel. Een ander kenmerk is dat de klinker van de stam in elke tijd hetzelfde is. Sterke werkwoorden krijgen geen achtervoegsel, maar kennen in plaats daarvan in de verleden tijd en het voltooid deelwoord klinkerwisseling in de stam die vaak ook gemakkelijk is af te leiden uit de tegenwoordige tijd.

Schaap met tekst 't sexy foksschaap'op pagina 'Hoe gebruik je  kofschip?'

________________

...ook een alternatief. 

________________

Denk eraan: geef het hele werkwoord zonder -en geen ‘valse’ f of s, zoals in het werkwoord verhuizen. Het werkwoord zonder -en is verhuiz en niet verhuis-. De z zit niet in 't kofschiptaxietje, dus komt er een d achter. Maar omdat de z een s wordt zodra je die d erachter zet, denken sommige mensen dat verhuizen zonder -en verhuis is. Dan zou de laatste letter een s zijn en die zit wél in 't kofschiptaxietje. 

 

 

Wij pakken uw teksten grondig aan; wij gebruiken 't kofschip niet. Nederlands Taalbureau: voor foutloze teksten.