Schrijf je nu een D of een T aan het einde van een werkwoord? We leggen het uit.


De veelvuldig gemaakte fout.

 

Vaak is er verwarring tussen d's en t's in de werkwoordsvervoegingen.

De meest klassieke fout in het is het onjuist vervoegen van werkwoorden op 'de' of een 'te'. Deze fout wordt veelal gemaakt door de regels rond klinkerlengte en de stam van het werkwoord.

 

Hoe schrijf je het correct?

Gebruik simpelweg de regel van 't ex kofschip. Deze regel is als volgt: als de stam (dat is het hele werkwoord minus de -en) van een werkwoord eindigt op een van de medeklinkers uit 't ex kofschip (t, x, k, f, s, ch, p), dan begint de vervoeging met een 't' in de verleden tijd en het voltooide deelwoord; zo niet, dan met een 'd'.

Bijvoorbeeld: 

- hele werkwoord = faxen

- stam (hele werkwoord minus -en) = fax

- de laatste letter van fax is een 'x' en deze 'x' is een medeklinker die zit in 't ex kofschip

- de laatste letter zit hier dus als medeklinker in 't ex kofschip en vervoeg  je een 't': faxte en heb gefaxt.

 

Wil jij een gegarandeerd foutloze tekst? Schakel dan nu de professionals van Nederlands Taalbureau in en ontdek dat dit goedkoper is dan je denkt!