De officiële regels voor dialoog en inspringen in manuscripten


1. Dialoog en alinea-indeling

Een dialoog is een gesprek tussen personages: eerst zegt de één iets, dan de ander. Hiervoor gelden duidelijke regels in de alinea-indeling:

  • Nieuw personage aan het woord? Nieuwe alinea. Elke keer dat een ander personage begint te spreken, begin je een nieuwe alinea op een nieuwe regel. De eerste uitspraak van personage A staat op een aparte regel, en wanneer personage B antwoordt, begint diens zin ook op een nieuwe regel. Dit zorgt ervoor dat de lezer meteen ziet dat de spreker wisselt.

  • Zelfde personage aan het woord? Doorgaan in dezelfde alinea. Als één personage meerdere zinnen achter elkaar uitspreekt, hoef je niet voor elke zin een nieuwe alinea te beginnen. Die zinnen kunnen in dezelfde alinea blijven staan, na elkaar, tot er een ander personage begint te spreken.

  • Actie vóór dialoog door zelfde personage? Soms laat je eerst een handeling of beschrijving van het personage volgen en daarna pas de dialoog van datzelfde personage. In zo’n geval hoef je niet eerst naar een nieuwe regel te gaan voor de gesproken zinschrijvenonline.org. Je kunt de handeling en de dialoog in één alinea combineren, zolang duidelijk is dat hetzelfde personage beide uitvoert.

Voorbeeld:
Stel, Piet gaat iets zeggen. Je schrijft:

  • Juist: Piet haalde zijn schouders op. ‘Ik weet het echt niet,’ zei hij. – (Piets handeling en uitspraak in één alinea)

  • Onjuist: Piet haalde zijn schouders op. <nieuw regel> ‘Ik weet het echt niet,’ zei hij. – (Hier is ten onrechte een nieuwe regel gestart vóór Piets dialoog, terwijl Piet zelf nog aan het woord is.)

Elke nieuwe spreker of een duidelijke wisseling van focus betekent dus een nieuwe alinea op een nieuwe regel. Zo blijft het gesprek overzichtelijk voor de lezer.

Officieel en praktisch gebruik van streepjes in Nederlandse romans: Nederlands Taalbureau legt uit.

2. Gedachten in de tekst verwerken

Gedachten van personages worden anders weergegeven dan uitgesproken dialogen:

  • Geen aanhalingstekens voor gedachten: Omdat gedachten niet hardop worden uitgesproken, gebruik je geen aanhalingstekens. Als een personage iets denkt, schrijf je dat dus niet tussen quotes zoals bij dialoog.

  • Integreer gedachten in doorlopende tekst: Je kunt gedachten gewoon in de lopende tekst verwerken, bijvoorbeeld door ze als vrij indirecte rede te formuleren of expliciet te vermelden met "dacht hij/zij". Bijvoorbeeld: Wat een mooie dag, dacht Eva. Dit is onderdeel van de vertellende tekst en krijgt geen speciale opmaak.

  • Gedachten markeren (optioneel cursief): Wil je extra benadrukken dat het om een gedachtenzin gaat, dan kun je ervoor kiezen deze cursief te zetten. Dit is niet verplicht – consequent ontbreken van aanhalingstekens is vaak al voldoende signaal dat het gedachten betreft. Maar cursivering kan handig zijn om een directe innerlijke monoloog duidelijk te maken. Belangrijk is consistentie: kies één manier (met of zonder cursief) en pas die steeds toe.

Voorbeelden van gedachten:

  • Zou ik dit wel durven? dacht zij onzeker. (In de tekst verwerkt met dacht zij)

  • Hij keek naar de grond. Dit gaat nooit meer goed komen, besefte hij. (Gedachte cursief gemarkeerd, zonder aanhalingstekens.

 

Samengevat: behandel gedachten niet als uitgesproken dialoog. Geef ze geen quotes, maar verweef ze in de verteltekst, eventueel cursief, zodat de lezer weet dat het interne overpeinzingen zijn en geen gesproken woorden.

3. Handelingen of beschrijvingen tussen citaten

Tijdens een dialoog kan het voorkomen dat je een handeling of beschrijving midden in het gesprek toevoegt. De vraag is: hoort zo’n zin in dezelfde alinea als de dialoog, of krijgt hij een eigen regel? Dit hangt af van wie de handeling verricht of waar de beschrijving op focust:

  • Handeling/omschrijving van de spreker: blijft in dezelfde alinea. Als de actie of beschrijving bij dezelfde persoon hoort die aan het woord is, laat je deze doorgaans in dezelfde alinea staan als diens dialoog. Je onderbreekt de quote dan even voor de beschrijving, en gaat daarna (in dezelfde alinea) verder met eventueel meer dialoog van dat personage. Zo weet de lezer dat de oorspronkelijke spreker nog steeds aan zet is. Bijvoorbeeld:

'Ik voel me hier niet prettig bij,' zei Anna zacht. Ze kneep nerveus in haar handen. 'Laten we teruggaan.'

 

In dit voorbeeld voert Anna een handeling uit (ze kneep in haar handen) tussen twee gesproken zinnen van haar. Dit blijft één alinea, omdat Anna zowel de dialoog als de handeling doet.

  • Handeling/omschrijving van een ander personage of van de omgeving: nieuwe alinea. Wanneer de tussenzin niet hoort bij de spreker van de dialoog – bijvoorbeeld een beschrijving van een ander personage of van de omgeving – dan begin je een nieuwe alinea om verwarring te voorkomen. Een nieuwe alinea betekent in dit geval vaak ook een nieuw perspectief of focus.

 

'Blijf alsjeblieft,' zei Noor.
Thomas draaide zich om naar het raam, waar de regen tegen de ruiten sloeg.

In dit voorbeeld spreekt Noor (eerste alinea). Daarna volgt een beschrijvende zin over Thomas en de regen. Omdat dit niet Noor’s handeling is, staat het op een nieuwe regel en nieuwe alinea. Zonder alinea-breuk zou de lezer kunnen denken dat Noor naar het raam keek, terwijl het eigenlijk Thomas is. Eén alinea bevat idealiter één handelend personage om duidelijkheid te houden.

 

Kortom: alles wat direct bij de spreker hoort (zijn/haar acties, gezichtsuitdrukking, manier van spreken, innerlijke gedachten) kun je in dezelfde alinea verweven met de dialoog van die spreker. Wissel je echter naar een ander personage of onderwerp, dan breek je de alinea en begin je op een nieuwe regel, zodat meteen duidelijk is dat er iets verandert.

4. Inspringen bij nieuwe alinea’s (niet alleen bij citaten)

Inspringen betekent dat de eerste regel van een alinea met een paar spaties naar rechts begint. In fictionele manuscripten is dit de standaardmanier om een nieuwe alinea aan te duiden – niet een witregel.

  • Gebruik een inspringing bij iedere nieuwe alinea, dus elke keer dat je een nieuwe regel begint voor een nieuwe alinea, spring je een stukje in. Dit geldt voor alle alinea’s, of ze nu dialoog bevatten of niet. In gedrukte romans zie je daarom vaak dat de tekst vanaf de tweede regel mooi onder de eerste regel door loopt, omdat die eerste regel ingesprongen is.

  • Niet elke quote leidt tot inspringen: Het inspringen hangt af van de alinea, niet van het feit dat er aanhalingstekens staan. Als een citaat aan het begin van een nieuwe alinea staat (bijvoorbeeld een personage begint te praten), dan spring je in – maar als een citaat midden in een lopende zin of alinea voorkomt, maak je geen nieuwe inspringing, omdat je niet naar een nieuwe alinea gaat.

Voorbeelden inspringen: stel je hebt de dialoog: Marieke zuchtte. "Dit gaat zo niet langer," zei ze beslissend. – Hier begint Mariekes gesproken zin niet op een nieuwe regel, maar sluit aan bij de narratieve zin ervoor. Je zet in dit geval geen extra inspringing voor "Dit gaat zo niet langer," omdat het deel uitmaakt van dezelfde alinea (Marieke is nog steeds degene waar de hele zin over gaat). Inspringen doe je alleen aan het begin van een nieuwe alinea, niet halverwege een bestaande alinea.

 

Tip: in veel romanopmaak wordt de allereerste alinea van een hoofdstuk of scène niet ingesprongen. Dat is een stylistische keuze om duidelijk te maken dat het een nieuw begin is. Als je een witregel (scènebreak) hebt en daarna een nieuwe alinea start, kun je er ook voor kiezen die eerste regel niet in te springen. Dit zijn opmaakdetails die per uitgever kunnen verschillen. Belangrijker is dat je consequent bent in je gebruik van inspringingen. Op school heb je misschien geleerd om een nieuwe alinea met een witregel te markeren, maar in fictie doe je dat anders: daar gebruik je inspringingen om een nieuwe alinea aan te geven.

5. Witregels: wanneer wel en niet

Een witregel is een volledig lege regel tussen twee tekstblokken. In een manuscript gebruik je witregels zeer spaarzaam:

  • Geen witregel bij gewone alinea-overgangen. In een doorlopend gesprek of beschrijving komt geen lege regel tussen de alinea’s. Dus wanneer twee personages om beurten spreken, wisselen de alinea’s zonder lege regel ertussen (je ziet alleen de inspringing om de nieuwe alinea te markeren). Ook tussen opeenvolgende alinea’s van beschrijvende tekst in dezelfde scène gebruik je geen witregels. Een witregel hier zou de flow onnodig onderbreken en de tekst fragmenteren.

  • Witregel bij scene-break of grote tijdsprong. Alleen als er een harde breuk in het verhaal is – bijvoorbeeld een sprong in de tijd, een wisseling van locatie of perspectief, of het einde van een scène – zet je een witregel. Die lege regel geeft de lezer een duidelijk signaal dat er iets verandert of dat er een pauze is in het verhaal. Het is dus een sterker middel dan een gewone alineawisseling; gebruik het alleen als de situatie daar om vraagt. Soms wordt zo’n witregel ook gemarkeerd met een symbooltje (bijv. ***) in gedrukte boeken, maar een lege regel volstaat meestal.

Vuistregel: Binnen eenzelfde scène nooit witregels tussen dialoogwisselingen of alinea’s toevoegen. Een nieuwe alinea (met inspringing) is genoeg om de overgang aan te geven. Pas wanneer je echt een nieuwe scène of duidelijk andere tijd/plaats inzet, gebruik je één lege regel om dit te markeren. Zo blijft het onderscheid tussen gewone alinea-structuur en een scène-overgang helder.

Met deze richtlijnen kun je als schrijver je dialogen helder en professioneel vormgeven. Door consequent te werken met nieuwe regels per spreker, inspringingen voor nieuwe alinea’s, gedachtes zonder aanhalingstekens, logische alinea-indelingen bij acties en spaarzame witregels, zorg je voor een leesbaar manuscript dat de lezer moeiteloos door jouw verhaal leidt.

Geschreven door:

Bert Polman, auteur (uitgeverij Saga Egmont) en redacteur (Nederlands Taalbureau)

 

Bronnen:

  • Miriam Wesselink – Dialogen en dialoogzinnen, Schrijven Online schrijvenonline.org

  • Aisha Dutrieux – Regels voor het schrijven van dialogen, Schrijfplaats

  • Lucia van den Brink – Je fictie-verhaal er verzorgd uit laten zien, Readalicious readalicious.nlreadalicious.nl

  • Taaladvies.net – Gedachten weergeven